Mijn zwarte ziel
Hij sluipt om me heen. Zachte natte voetstappen. Zijn vinger strijkt langs de muur. Een spoor van vuur. Hij lacht. De lach van een hyena. Tanden bloot en hoofd in de nek. Als een roofdier sluipt hij om me heen. Stap voor stap voor stap. Zijn nagel schuurt. Vonken springen op. Vormen een vlam. Een flikkerende vlam. En verder gaat het spoor van vuur. Langs de wand. Terwijl hij sluipt en lacht. Ik kan hem ruiken. Ik ruik hem altijd. Ik ruik hem altijd eerder dan ik hem zie. Ik weet dat hij komt als ik hem ruik. De kotsende geur van dood. De weeïge geur van ontbinding. Rokend hout. Brandend vlees.
Mijn zwarte ziel Leon en Deborah ontmoeten elkaar op de gesloten behandelafdeling van een justitiële jeugdinrichting. Allebei zijn ze op de vlucht. Deborah is gevlucht in haar hoofd om te ontsnappen aan het nietsontziende geloof van haar ouders. Leon is zijn land ontvlucht om te ontsnappen aan een godsdienstwaanzinnig leger. Hun vlucht heeft hen geen vrijheid gebracht. Samen zitten ze opgesloten in een omgeving die nauwelijks behandeling toestaat.
Deborah en Leon vechten om de duivels uit hun hoofd te bannen en de vijanden van hun vrijheid te verslaan. Zal het hen lukken om hun zwarte ziel schoon te wassen van de angsten van het verleden?
Na het succesvolle Bad boys for life! schrijft Vrank Post (1965) opnieuw een aangrijpend verhaal over het leven in een gesloten jeugdinrichting. Een plaats waar jongeren vechten voor hun recht op een bestaan in vrijheid, maar daarvoor eerst moeten afrekenen met de angsten die in hun ziel liggen opgesloten. Vrank Post werkt ruim twintig jaar in de gesloten hulpverlening.
NUR 284 Fictie
Paperback
ISBN 978 90 223 2317 5
205 blz
14 x 21,5 cm